deel I, 1700-1800
VOORBERICHT
Het is nu twintig jaar geleden, dat ik uit oude jaargangen van de Leeuwarder Courant memoriën begon te verzamelen, die ik ongaarne aan de vergetelheid zag prijsgegeven. Ik zag er het ruwe materiaal in, dat dienstbaar kon worden gemaakt zoowel aan de kultuurgeschiedenis als aan de lokale geschiedenis en "Heimatkunde" van Friesland.
In die vergeten nieuwspapieren weerspiegelt zich een stuk rijk geschakeerd Friesch leven van bijna twee eeuwen.
Hier deden het provinciaal gouvernement en de grietmannen hunne publicatie's in zake vaarten en wegen, dijken en sluizen. Hier werden de floreenplichtigen geconvoceerd voor de predikantsbenoeming, kerkreparatie en andere kerkelijke aangelegenheden. Hier werd het vergelijkend examen op het grietenijhuis ter kennisse gebracht van de onderwijzers, eerste, tweede of derde rang. Hier geschiedde de bekendmaking van voorname boelgoeden, van den verkoop der zathen,
van de afbraak der staten en stinsen met waardevolle opgaven betreffende kamers, tuinen, singels en lanen. Hier werden geannonceerd kermissen, hardrijderijen, kaats- en zeilpartijen, harddraverijen en hengstebieren. Hier werd opgave gedaan van den prijs van zuivel, granen en andere landbouwproducten. Hier werden boekenveilingen en auctie's van antiquiteiten gepubliceerd. Hier werd bericht gedaan van een orgelinwijding, van de openbare promotie eener Latijnsche school en van het te water laten van een kof- of galjootschip. Hier werd de verschijning gepubliceerd van de volkslitteratuur: preeken en schoolboekjes, almanakken en schotschriften, "Fryske blijspillen" en "skutterssankjes".
Hier vond de geboorte-, huwelijks- en doodsadvertentie van duizenden eerbare, weerbare Friesche mannen en vrouwen een plaats. Hier uitte zich in tallooze aankondigingen en berichten het leven van bandel en nijverheid, landbouw en veeteelt, kerk en school, religie en kunst. Hier passeeren de revue onze voormalige zoutkeeten, pottebakkerijen, tichelwerken, bierbrouwerijen, glasfabrieken, boekdrukkerijen en andere bedrijven. Hier trekt als een film het wel en wee der Franeker hoogeschool voorbij, der Friesche Nassau's, regenten en patriciërs.
Kortom een gansche samenleving van de gouwen en geaën tusschen Flie en Lauwers in al de eigenaardigheid en rijke afwisseling van het verleden ontrolt zich voor ons oog.
Ook de zielswereld van voorheen, een andere dan de onze, komt ons uit dat vervlogen tijdperk tegemoet. Nooit heb ik zoo de opgeschroefdheid, de pathos en rhetoriek aangevoeld, welke het volksgemoed van de eerste helft der 19e eeuw eigen was, als bij het doorbladeren van de Leeuwarder Courant uit die jaren.
Voorts reflekteeren zich hier de godsdienstige, wijsgeerige en politieke stroomen, die zich een bedding braken in het hart van het Friesche volk. Men vindt in deze aanteekeningen het spoor van Kalvijn en Socinus, van Rousseau en Pestalozzi, van Shakespeare en Byron, van Groen van Prinsterer en Thorbecke, van Tolstoi en Marx. En wie dateeren of dokumenteeren wil de aanraking van het Wester-Lauwersche met piëtisme, rationalisme, vrijmetselarij, romantiek, verlichting, afscheiding, réveil, liberalisme, materialisme, doleantie of socialisme kan hier terecht.
Om het belang van al deze groote en kleine dingen zette ik mijn spade in de onontgonnen velden, en het opgedolvene kreeg gedeeltelijk een plaats in het tijdschrift De Vrije Fries en in het Nieuwsblad van Friesland. Maar wat baatte het, indien het niet kwam tot een afgesloten geheel, tot den bruikbaren vorm van een wegwijzer?
Dit nu is bereikt met deze uitgave, waartoe de Firma Eisma den moed heeft gehad.
Om twee eeuwen te bestrijken, heb ik voor het tijdvak 1700-1751, dat voorafging aan het verschijnen van de Leeuwarder Courant, veel aangeteekend uit de Statenresolutie's, Hofsentientiën, proklamatieboeken, recesboeken en predikantenlijsten. Dit komt wooral onze kennis van den Frieschen adel en zijn state's ten goede. Ik greep daartoe menigmaal terug naar de zeventiende eeuw, ook bij mijn keuze van de afbeeldingen.
Het register van zaken, personen en plaatsen, dat de waarde van dit boek buitengewoon verhoogt, is samengesteld door den heer J. AIgra, ambtenaar der Provinciale bibliotheek, wien ik hier gaarne een woord van dank en hulde voor zijn tijdroovenden arbeid breng.
Een volledige lijst van de afbeeldingen, die ook in het register werden verwerkt, en meerendeels zijn ontleend aan unieke werken en teekeningen uit de bibliotheken van provincie, hoofdstad en Friesch Genootschap, zal aan het tweede deel, dat vrij zeker het volgend jaar verschijnt, worden toegevoegd.
Het is mijn wensch, dat dit boek overal waar Friezen wonen, niet alleen de liefde voor den geboortegrond met zijn geschiedenis en eigenheden mag versterken, maar ook de kennis daarvan mag vermeerderen en kon het zijn, ook motieven geven tot verrijking van de Friesche letterkunde.
G.A. WUMKES. |